Manifest Houtense Koers
Mens en Milieu Centraal 

6. Groen/blauwe infrastructuur

  • Groene steden: de ‘steden’ van de toekomst zijn groene steden, de koplopers in stedenbouw (wereldwijd) zijn ‘groene’ stedenbouwers. Vertaald naar Houten is het stedenbouwkundig startpunt dat bewoners wonen in het groen, als onderdeel van het Houtens DNA.
  • Gezondheid: Houten ziet een relatie tussen gezondheid en een ‘groene beleving’. Burgerinitiatieven op het gebied van ‘groen en natuur’ zullen worden omarmd en gestimuleerd. Houten zet in op het boeken van meetbare jaarlijkse gezondheidswinst.
  • Biodiversiteit: doelstelling is toeneming van de biodiversiteit in heel Houten. Toegespitst op de belangrijkste woningbouwlocatie, Houten-Oost, is het streven de natuurwaarde van de wijk gelijk te laten zijn aan die van een natuurgebied en aan te sluiten op de natuurlijke kwaliteiten van het rivierenlandschap. Ecologen worden vanaf het begin nauw betrokken bij de inrichting van de openbare en particuliere ruimten. Nevenopbrengst is dat plagen (zoals de eikenprocessierups) worden beperkt, omdat we leven in een gezond en biodivers ecosysteem.
  • Water: water is ook essentieel voor een goede biodiversiteit. In Houten-Oost vormen twee oude Kromme Rijnarmen de stedenbouwkundige uitgangspunten (zie voorblad). Deze armen verbinden de Kooikersplas en Nieuw Wulven in het noorden met de Rietplas (en Landgoed Wickenburgh) in het zuiden. Ze worden boven en onder met elkaar verbonden, zodat rondvaren mogelijk is. Deze blauwe structuur dient tegelijkertijd als extra waterbuffer. Het groen in de wijk sluit hier met vijvers en wadi-structuren naadloos op aan.
  • Klimaatverandering: Houten zet de standaard in klimaatbestendig (woonomgeving) en circulair bouwen (vastgoed) om bij te dragen aan verlaging van de CO2-uitstoot. Houten-Oost wordt de koelste wijk van Houten. Er wordt voldoende water vastgehouden in de wijk om droogteproblemen in de zomer tegen te gaan en het groen te kunnen voorzien van voldoende water. De grote hoeveelheid vitaal groen zorgt op haar beurt voor voldoende schaduw in de zomer. Ook op de andere ontwikkellocaties en elders in bestaand Houten geldt deze ambitie. Stenige oppervlaktes (horizontaal of verticaal) die makkelijk opwarmen, worden niet uitgebreid en waar mogelijk verkleind en vergroend, bijvoorbeeld met groene gevels.
  • Riool: de volgorde voor waterafvoer is vasthouden, bergen en afvoeren. We geven dat vorm door hemelwater vast te houden met veel lokaal groen, water te bergen in wadi’s en vijvers in de buurt en dan pas af te voeren naar de grotere oppervlaktewateren. Het riool wordt hiermee ontlast.
  • Groenvoorziening nabij: recreatief groen, natuurontwikkeling en woningbouw gaan hand in hand en zijn ‘beschikbaar’ op loopafstand. Er zijn veel gemeenschappelijke tuinen beheerd door bewoners zelf. Versteende tuinen worden ontmoedigd.
  • Voedsel: er is ruimte voor het lokaal verbouwen van voedsel in moestuinen. Ook kan er voedsel worden gevonden in het lokale voedselbos en vele eetbare planten en bomen in het openbaar groen. Er wordt onderzocht of het mogelijk is een stadsboerderij te integreren.
  • Omgeving: de recreatieve, landschaps- en natuurwaarden van het Kromme Rijngebied worden verder ontwikkeld met wandelpaden door de velden, het terugbrengen van de oude rivierstrangen, brede oeverzones en andere maatregelen ter vergroting van de biodiversiteit. Hierbij wordt samenwerking gezocht met Bunnik, Wijk bij Duurstede en de provincie. Houten versterkt de groene buffers tussen Houten en Nieuwegein/Utrecht. Daarbij wordt ingezet op voldoende financiële middelen vanuit Provincie en Rijk.


Visie op hoofdlijnen

Houten en de regio 

Demografische shift, urgente opgaven 

Woningbehoefte en betaalbaarheid

Mobiliteit

Groen/blauwe infrastructuur

Gemeentelijke sturing

Proces: gemeentelijke regie en bewonersbetrokkenheid 

Duurzaam bouwen 

Locaties 

Besluitvorming 

Over de initiatiefnemers

Bijlagen