Manifest Houtense Koers
Mens en Milieu Centraal 

Bijlage 1: Fundamentele bezwaren Concept Ruimtelijke Koers

  1. Er is in de Concept Ruimtelijke Koers door de gemeente een in onze optiek (te) stedelijke bril opgezet om het gewenste aantal woningen in te passen op de gekozen locaties, waardoor op meerdere plekken een overdaad aan (te hoge) appartementengebouwen is voorzien, die leiden tot een ongewenst, (te) eenzijdig woonmilieu, niet passend in de Houtense context.
  2. Op diverse punten is sprake van een vorm van stedelijk wensdenken. De komende periode ligt er onder meer een grote opgave om voorzieningen, winkels en horeca te concentreren in een compacter Centrumgebied. Het toekomstbeeld bij de stedelijke verdichting langs de Molenzoom, “Op straat volop reuring door de aanwezigheid van commerciële functies, voorzieningen en cafés.” (pag. 128), is niet realistisch.
  3. De eenzijdige inzet op ‘stedelijke verdichting’ is ook strategisch onwenselijk, en in elk geval niet onderscheidend vanuit de regionale optiek bezien (alle gemeenten doen hetzelfde).
  4. Het doel ‘aantrekkelijke, groen en gezonde woongebieden maken waar mensen de komende 100 jaar samen kunnen leven en wonen’ lijkt meer een stelpost. Andere doelen als verdichting, sparen (beperkt waardevol) landschap, revitaliseren bedrijventerrein, optimaliseren businesscase hebben in de afweging waar en hoe te bouwen in elk geval een zwaardere stem gekregen.
  5. Met de keuze voor Hof van Wulven en Doornkade is gekozen voor de nu en op termijn minst aantrekkelijke woonlocaties in Houten. De keuze voor Hof van Wulven is onverantwoord vanuit gezondheidsoptiek. De keuze voor Doornkade is gestoeld op stedelijk wensdenken, een stedelijk woonmilieu toevoegen op een excentrische locatie, zonder voorzieningen en hoogwaardig OV, met een (zeker op deze plek) door ‘niemand’ (a priori) gewenste menging van wonen en werken.
  6. Op genoemde locaties staat niet het gewenste, toekomstbestendige woonmilieu voorop, maar het komen tot ‘massa’ om de verlieslatende businesscase te optimaliseren. Jongere, regionale woningzoekers zullen alleen voor deze locaties kiezen, omdat er weinig keus is. Houtense (potentiële) doorstromers, senioren en ouderen, zullen te veel woonkwaliteit moeten inleveren en niet verhuizen.
  7. Daarmee draagt de dure, financieel onzekere en risicovolle keuze voor Noordwest nauwelijks bij aan de Houtense vraag, en dus vooral aan de regionale vraag. Houten bouwt al 40 jaar voor de regionale behoefte, en hoeft dit ‘offer’ niet te brengen.
  8. Noordwest is alleen haalbaar met een miljoenenbijdrage van het Rijk, die zeer onzeker is.
  9. Meer in algemene zin wordt door financiële experts op het terrein van gebiedsontwikkeling gewezen op een aantal aspecten die een groot risico vormen voor de gewenste kwaliteit. Zoals de overschatte opbrengsten vanuit kostenverhaal. De Concept Ruimtelijk Koers kent vele risico’s, maar geen plan B, en dus geen antwoord op de vraag welke speelruimte de gemeenteraad werkelijk heeft om ruimtelijke kwaliteit, betaalbaar wonen en duurzaamheid te borgen.
  10. De vergelijking tussen Noordwest en Houten-Oost is incompleet (gezondheid, duurzaamheid). Bovenal is geen onderzoek gedaan naar draagvlak en/of voorkeur onder woningzoekenden. In algemene zin ontbreekt een gedegen woonwensenonderzoek in de Concept Ruimtelijke Koers.
  11. Houten-Oost is ‘afgevallen’ om beperkt waardevol landschap te sparen, waardoor onderbelicht blijft dat deze locatie wel financieel haalbaar is, en voor mens en milieu in vele opzichten veel betere waarborgen biedt om snel en minder risicovol te komen tot gewilde, gezonde, duurzame, toekomstbestendige en vooral groene woongebieden.
  12. De Concept Ruimtelijke Koers kijkt ‘slechts’ tot 2040. Kleine kans dat dan de woningbehoefte in de regio Utrecht is opgedroogd. Dat pleit ervoor ook na te denken over de periode na 2040. Grote kans dat dan alsnog buiten de Rondweg (Oost, Zuid en/of Zuidoost?) gebouwd zal moeten worden.


Bijlage 2: Woningbouwprogramma Houtense Koers

Concept Ruimtelijke Koers


De keuze voor Houten-Oost maakt het mogelijk dat op de overige ontwikkellocaties, Centrum, Molenzoom en Koppeling gebouwd kan worden op een Houtense maat en schaal. Aangenomen is dat in deze gebieden minimaal 1.600 in plaats van 2.600 woningen worden toegevoegd. Dat betekent minder hoogbouw, een lagere parkeeropgave, meer ruimte voor groen, etc. Net als in de Concept Ruimtelijke Koers gaan wij uit van het benutten van de ‘schuifruimte’ tussen locaties. Het ontwikkelproces wordt ingegaan zonder op voorhand minimale aantallen woningen per deelgebied te bepalen. Zoals uit de tabellen blijkt, wordt met de Houtense Koers hetzelfde kwalitatieve woningbouwprogramma gerealiseerd.


Houtense Koers (1.000 woningen minder in C-M-K)



Bijlage 3: Verbeelding Kromme Rijnpark

Perspectief op de nieuwe wijk Kromme Rijnpark als pdf





Home